Gaat het vlees in de ban?
Mijn vegetarische dochter houdt van dieren en dat is voldoende om af te zien van haar dagelijkse stukje “dood dier”. En - eerlijk is eerlijk - ook ik wil in onze huidige wereld geen klakkeloze carnivoor zijn. De roep om geen (of minder) vlees klinkt steeds overtuigender. Dat speelde nog eens door mij hoofd toen ik vorige week een biologische vleesboer uit de omgeving ontmoette.
We veranderen niet graag onze eetgewoonten. Minister Cramer zag onlangs niets in het instellen van een dag zonder vlees. Wat zegt Darwin over ons eetpatroon? Zijn we geboren vleeseters of planteneters?
De mens is zonder speer of schiettuig niet in staat om te jagen. Wel eens een man een haas zien vangen? We zijn niet als grote vleeseters begonnen. Dieren vangen - dat vraagt om gereedschap. En behendigheid.
Vlees heeft daardoor ook status. Eerst de macht van de jager, die het dier heeft overwonnen, daarna de overdaad van de koning, die een groot buffet kan aanrichten. Dat pronken speelt waarschijnlijk nog een rol in ons eetpatroon. We willen wel wat laten zien wanneer vrienden aan tafel komen.
Tegelijk wordt de discussie over "vlees eten" feller. Je bent voor of je bent tegen - vleeslover of vleeshater. Nu is het broeikaseffect een hot item. We gebruiken 80% van alle landbouwgrond (direct of indirect) voor onze vleesproductie. Daarmee draagt de veeteelt voor 15 a 20% bij aan het opwarmen van onze planeet.
Met deze veeteelt willen we snel zoveel mogelijk verdienen. Maximalisatie van de opbrengst volgens onze economen. Uitgedrukt in geld - niet in vlees. Dus kappen we oerwouden om veevoer te verbouwen, vervoeren we vis naar China vise versa om het goedkoop te laten fileren. We houden dieren in steeds grotere aantallen bij elkaar, dieronwaardig, en we slachten dieren in abattoirs met hygiënekeurmerk, mensonwaardig.
En als je bedenkt welk deel van de wereld al dat vlees opeet ….... Mede daardoor leiden de meeste mensen aan ondervoeding. En krijgen we het steeds warmer.
Mensen zijn ongerust, voelen mee met “die arme mensen in de derde wereld”. En wat doen we met dit "meeleven"? We geven anderen de verantwoordelijkheid. We gaan zwartepieten. Het is de schuld van de consument, het is de schuld van de boer, of van de regering, of van de wereld, of van het kapitalisme.
Gezondheidsargumenten worden ook over en weer in de strijd geworpen. Vlees bevat veel cholesterol, veel onverzadigd vet, maar zeker ook onmisbare voedingsstoffen. Het gaat alle kanten op. Ik eet vlees, maar ik heb nooit hinder ondervonden van vleesloze periodes in mijn leven. Mijn vegetarische vrienden zien er gezond uit. Voedingsdeskundigen zien geen reden tot bezorgdheid. Dan zal mijn cholesterol eerder gebaat zijn bij vleesloze maaltijden.
Tenslotte is er het slachten zelf. Wij hebben (hadden) thuis een konijn. Niet geslacht – aangereden. Ik zou het niet kunnen. Eerst liefhebben – dan doden. Toch houdt een goede boer van zijn vee.
Het is moeilijk te verteren – de dood. Ook de dood in mijn leven. Ik zie het amper. Ik vertrouw op de dokter. De dood is een onaangenaam bijverschijnsel van het leven – weggedrukt uit ons leven. Dat is jammer, want daardoor gaat een gesprek met ethische argumenten snel over zielige dieren. Terwijl we beter kunnen denken over leven – en de rol van de dood daarin.
Ik denk vaak aan de boer, die, toen ik behalve de kaas geen geitenvlees wilde kopen, verzuchtte: “Om kaas te maken moeten er wel lammetjes geboren worden".
Maar dat wilden mijn kinderen niet, die vinden ze te schattig.
Geen zuivel zonder vlees. Geen mest zonder vee. Ook planten moeten groeien. Ik kan ermee leven. Niet vlees als pronkstuk van het diner. Vlees als deel van de maaltijd, met veel aandacht voor de groentegerechten. Groenten uit de moestuin , waar ik gewoon koemest op gooi. Voor een goede oogst.