Hamburgers voor mannen
Al eens een truckfestival bezocht? Stoere mannen met baarden, een rokende hamburgerwagen, een verleidelijke aanblik – voor mannen – ik weet niet hoe vrouwen daartegenover staan.
Voorzichtig en begerig neem ik de eerste hap. Proef, voorzichtig. Wat is het verschil? Hoe smaakt dat rokerige vlees, de bite, de stoere hand van deze mannen met baarden? Iets dat je een volgende keer weer doet hunkeren naar deze echte American Hamburger?
Ik weet nu hoe je een echte hamburger maakt – het geheim van een echte hamburger ligt bij Harry Boomkamp, een gepensioneerde, gepassioneerde boer, zonder baard, uit Twente.
Een goede hamburger, zegt hij, is gemaakt van goed vlees, met een doorleefde smaak. Een koe op leeftijd met geel vet. Vooral dat vet, dat draagt de smaak. Daar zit wel zevenmaal zoveel voer in. Gras wel te verstaan, met kruiden uit de wei. Een echte weide, die niet is overbemest en niet is ingezaaid met Engels raaigras. Dan krijg je een echte hamburger. Een hamburger voor echte mannen, een hamburger uit Twente.
Probeer het maar zegt Harry. Ik krijg een stuk vlees van de dunne plaat, helemaal mager, eigenlijk te mager om een lekkere biefstuk van te maken. Daarnaast krijg ik een paar stukken vet, mooi geel vet, dat klaar lag om in de worst verwerkt te worden. Ik snijdt het vlees en het vet met een mes in kleine stukjes van ongeveer een halve centimeter. Twintig procent vet. Ik bestrooi het vlees met zout – 10 gram per kilo – en laat het een paar uur intrekken.
Dan vorm ik hamburgers en bak ze op hoog vuur volgens de methode van Heston Blumenthal, om en om en om en om … Heerlijk. Nooit meer een andere hamburger. Zo voel ik me een echte man.